Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ahimaaz dan riep en zeide tot den koning: [42]Vrede! En hij boog zich voor den koning met het aangezicht ter aarde, en hij zeide: [43]Geloofd zij de HEERE, uw God, Die de mannen, dewelke hun hand tegen mijn heer den koning ophieven, heeft [44]overgegeven. 42. Dat is, alles is wel, ik breng wat goeds, wil hij zeggen. 43. Hebreeuws, gezegend. 44. Of, besloten; te weten, in de hand van Davids volk. Alzo 1 Sam.24:19, en 1 Sam.26:8, en elders.